NEUROGENE STOORNISSEN

Onder de noemer neurogene stoornissen plaatsen we alle stoornissen die veroorzaakt zijn door een letsel in de hersenen of het zenuwstelsel. In veel gevallen gaat het over een beroerte of een hersenbloeding, maar de stoornis kan eveneens ontstaan door bijvoorbeeld een hersentumor, een infectie of een ongeval. Zo een hersenletsel kan heel ingrijpend zijn. Er kunnen vaak heel wat gevolgen zijn op lichamelijk vlak, zoals een halfzijdige verlamming van de ledematen, een uitval van de gevoeligheid, halfzijdige blindheid. Daarnaast kunnen er ook veranderingen optreden in het denken, de emoties, het gedrag, de concentratie en het geheugen. Deze gevolgen kunnen het functioneren van de patiënt uiteraard ernstig bemoeilijken.

Tijdens de ziekenhuisopname, die eventueel gevolgd wordt door een opname in een revalidatiecentrum, moeten vaak heel wat dagdagelijkse handelingen opnieuw aangeleerd worden. Na deze opnameperiode gaat het merendeel van de mensen op een gegeven moment weer naar huis. Eens opnieuw in de thuissituatie, wordt de persoon vaak geconfronteerd met zijn tekortkomingen. Een logopedist kan u hierbij helpen. De logopedische behandeling is vaak van lange duur en vraagt veel inzet van zowel de patiënt als zijn omgeving.

Hieronder geven we een korte uitleg bij de verschillende neurogene stoornissen waarmee u bij ons terecht kunt. Indien het voor u, omwille van fysieke redenen, niet mogelijk is om naar de praktijk te komen, doen wij ook huisbezoeken.

Afasie

Afasie is een verworven taalstoornis ten gevolge van een hersenletsel, waarbij het taalbegrip, het spreken, het lezen en/of het schrijven gestoord kunnen zijn. De kenmerken en de ernst ervan variëren van persoon tot persoon en hangen onder andere af van de plaats en de uitgebreidheid van het getroffen gebied in de hersenen. Mogelijke moeilijkheden zijn problemen met het taalbegrip, woordvindingsproblemen, het zeggen van andere woorden dan men eigenlijk bedoelt, het verkeerd vormen van woorden en het niet kunnen vormen van correcte zinnen. Dit heeft uiteraard zijn weerslag op dagdagelijkse handelingen, die vroeger, vóór de afasie, heel gewoon waren. We denken daarbij aan het voeren van gesprekken, het lezen van een boek, de krant, een tijdschrift of de borden langs de weg, het begrijpen of vertellen van moppen, televisie- of radioprogramma’s volgen, het invullen van een formulier, telefoneren, rekenen, het onthouden van getallen of omgaan met geld, het noemen van de eigen naam of de namen van familieleden. Bovendien zijn niet alle afasiepatiënten zich bewust van hun probleem.

Dysartrie

Wanneer na een hersenletsel problemen optreden bij de spiercontrole van de spraakorganen, spreekt men van dysartrie. De spieren die instaan voor het spreken zijn verslapt, werken vertraagd of er is sprake van verminderde coördinatie. Dat maakt dat zowel de ademhaling, de stemgeving, de zinsmelodie, de resonantie, als de articulatie hierbij gestoord kunnen zijn. Dat zorgt er uiteraard voor dat de verstaanbaarheid vermindert. Welke componenten precies gestoord zijn, hangt af van de plaats en de uitgebreidheid van het gebied in de hersenen dat geraakt is. De ernst van de dysartrie kan bijgevolg heel gevarieerd zijn. Het kan in een heel lichte vorm aanwezig zijn, waarbij het bijna niet merkbaar is voor de omgeving, maar kan ook heel ernstig zijn, wanneer er bijvoorbeeld geen functionele spraak meer aanwezig is. In dat geval kan men nog wel communiceren door middel van schrijven of gebaren.

Apraxie

Apraxie is een probleem in het plannen van de spraakbewegingen veroorzaakt door een hersenletsel. Het gaat dus niet om het eigenlijke bewegen van de spraakorganen, maar het is de programmatie van de spieren die verstoord verloopt. Zowel mond-, tong- en gelaatsbewegingen als bewegingen van ledematen kunnen hierdoor moeilijk zijn. We zien vaak dat personen met apraxie wel nog spontaan kunnen spreken, maar er problemen mee hebben als ze bewust of op commando moeten spreken. Automatische reeksen zoals tellen, liedjes, versjes, gebedjes, de dagen van de week,… zullen daarom vaak beter uitgesproken worden. De persoon met apraxie is zich bewust van zijn/haar fouten, maar is niet in staat zich te corrigeren. Hij/zij moet echt veel moeite doen om de juiste positie van de spraakorganen te vinden en op die manier de juiste klanken te vormen.

Dysfagie

Wanneer het hersenletsel aan de basis ligt van een stoornis in het slikvermogen, spreekt men over dysfagie. Het gaat dan om een combinatie van een stoornis in de slikspieren, een verminderde gevoeligheid en/of een afname van de reflexen. Dit kan ertoe leiden dat men zich verslikt waardoor voedsel of vloeistof in de luchtpijp terecht komt, met alle gevolgen van dien. Mogelijke symptomen bij deze patiënten zijn langzamer eten, herhaaldelijk slikken, veelvuldig hoesten, proesten en verslikken, kwijlen (al dan niet tijdens de maaltijd), …